"Gewoon lachen en doorgaan was mijn masker"
Als jong meisje zag ze de toekomst al voor zich: dansen, zingen, presenteren. Met Chantal Janzen als grote voorbeeld ging Denise Lambrichs (21) uit Bleijerheide naar de toneelopleiding en genoot met volle teugen. Maar de schijnwerpers brachten ook een schaduwzijde aan het licht. Was ze wel goed genoeg? En vooral: was ze niet te dik? Haar onzekerheid, die haar in haar prille jeugd al parten speelde, nam steeds grotere vormen aan en zorgde ervoor dat de Kerkraadse anorexia ontwikkelde. Tijdens haar tweede ziekenhuisopname besloot ze het roer om te gooien: ze zou zelf de zorg ingaan. Haar liefde voor toneel zet ze in op TikTok waar ze jongeren meeneemt in de zorgwereld van Meander.
"Ik wil mensen het warme gevoel geven dat ik zelf kreeg tijdens mijn opname"
Ze mist het nog wel. De wereld van het toneel. Met hart en ziel stortte ze zich erin. Na het eerste jaar van de toneelopleiding nam haar onzekerheid steeds grotere vormen aan. “Het is toch een apart wereldje. Een soort vleeskeuring. Mijn onzekerheid werd daar enorm getriggerd.” Denise herinnert zich nog dat het er altijd wel was. Dat gevoel niet goed genoeg te zijn. “Ik weet nog dat ik een jaar of 7 was en absoluut niet wilde dat iemand me zou optillen. Want dan zouden ze vast merken hoe zwaar ik was. Ik deed ook nooit uitspraken over mijn maten.” Op de brugklas nam haar onzekerheid ergere vormen aan en de huisarts noemde het ‘eetgestoord gedrag’. Denise werd behandeld door een psychiater. “Dat was zo’n vreselijke vrouw dat ik besloot weer redelijk op gewicht te komen zodat ik de therapie kon stoppen.” Met een grote lach en een paardenstaart die mee zwiept, blikt ze terug. Een verhaal dat alles behalve om te lachen is. “Hoewel ik heel vrolijk van nature ben, kan ik met mijn lach ook veel verbloemen”, bekent ze gelijk. “Het was in het verleden vaak mijn masker; gewoon lachen en doorgaan.”
In de beginperiode had niemand iets door. Denise ging, zoals zoveel leeftijdgenoten, gezonder eten. Eerst door niet meer te snoepen. Later kwam daar ook veel bewegen bij. Thuis vertelde ze dat ze een lange schooldag had om maar niet te hoeven aanschuiven bij het avondeten. Toen ze afviel en zich steeds meer terugtrok op haar kamer, trokken haar ouders aan de bel. Op de poli in het ziekenhuis in Maastricht spraken ze voor het eerst over een opname. Denise: “Ik dacht nog: over drie dagen ben ik beslist weer thuis.” Die drie dagen werden vier maanden. Lange maanden waarin ze ongemotiveerd was. “De onderzoeken begonnen opnieuw. Ik had toen geen officiële diagnose, dus ook geen behandelplan. Niemand sprak iets uit en ik was zelf ook niet gemotiveerd. Dat was een vreselijke tijd.” Toen ze fysiek weer enigszins op krachten was, werd ze ontslagen met de voorwaarde om twee dagen naar de dagopvang te gaan. De andere dagen stroomde ze opnieuw in in het eerste jaar van de toneelopleiding, terwijl klasgenoten al in het tweede jaar zaten. “Ik deed een beetje mee voor spek en bonen” vertelt ze over die tijd. De terugval kwam al snel en Denise viel steeds vaker flauw. Tien maanden later kwam ze weer in het ziekenhuis. Dit keer vijf maanden. “In die periode dacht ik veel na over de vraag wat ik met mijn leven wilde. De toneelwereld is een te grote trigger; moest ik hier wel mijn baan van maken als dit zo gevoelig ligt? Wilde ik bovendien voor de derde keer terug? En tegelijk kreeg ik steeds meer waardering voor de verpleegkundigen die mij begeleidden. Wat een mooi vak dacht ik. Er waren enkele verpleegkundigen die echt het verschil hebben gemaakt in mijn herstel. Wat fijn dat je dat kunt, dacht ik toen. Maar ook als de cardioloog me bezocht vanwege mijn hartproblemen vond ik dat ontzettend interessant. De ziekenhuiswereld is heel dynamisch en dat sprak me aan. Mijn moeder en zus die al in de zorg werkten, zorgden ervoor dat ik me al kon inlezen en na mijn ontslag ben ik gestart aan de BOL-opleiding tot verpleegkundige.” In die overbruggingsmaand tussen opname en een nieuw schooljaar schreef ze haar ervaringen op in een boek. Het was oorspronkelijk bedoeld als cadeautje voor de verpleegkundigen omdat ze naar eigen zeggen niet de meest makkelijke patiënt was. “Zij enthousiasmeerden me om het te gaan uitgeven en dat heb ik gedaan. Dat hele schrijfproces was trouwens erg helend. Een soort afsluiting van een vervelende periode.”
“Het schrijven van een boek was helend voor alles wat ik had meegemaakt”
Inmiddels werkt Denise vanuit haar BBL-opleiding op de revalidatieafdeling van Zorg- en revalidatiecentrum Hambos. “Het voelt alsof ik met 2.0 voorsta omdat ik al zoveel heb gezien in de zorg. Zou ik nu kunnen betekenen voor anderen wat de verpleegkundigen in het ziekenhuis destijds voor mij betekenden?” Het antwoord laat Denise nog even in het midden, maar ze straalt het uit. De warmte. Het begrip. “Dat krijg ik ook terug van bewoners en collega’s” bekent ze dan schoorvoetend. “Een bewoner zei laatst: je weet niet half wat je voor mij betekent. Die kwam wel even binnen. Dat was immers de reden dat ik de zorg in wilde!”
Denise had niet gedacht dat de ouderenzorg zo mooi zou zijn. “Als je ziek bent, wil je mensen om je heen die je begrijpen en begeleiden.” Ze wrijft met haar vingers over haar fluorescerende keycord met de woorden: zuster Tuttebel. “Deze draag ik altijd bij me”, vertelt ze. “Er is een vijftal verpleegkundigen die in het ziekenhuis in Maastricht voor mij echt het verschil hebben gemaakt. Toen ik werd ontslagen zeiden ze gekscherend tegen me: ‘jij wordt een echte zuster Tuttebel’. Die woorden schreef ik op mijn keycord zodat ik ze altijd bij me draag. Als een steun in de rug. Diezelfde steun hoop ik nu voor de mensen hier te kunnen zijn. Ik ben echt nog niet genezen, maar ik ben wel op de goede weg en de zorg heeft me daar enorm bij geholpen. Ik ben wel iemand die altijd doelen stelt en hoop dan ook nog aansluitend de HBO-opleiding tot verpleegkundige te doen. Hopelijk kan ik al die tijd bij Meander blijven. En het dansen en toneel? Ach dat kan hier ook. Soms maak ik dansjes met de bewoners of draai ik een pirouette voordat ik het eten serveer. En dat ik nu ook TikTok filmpjes voor Meander mag maken, vind ik helemaal leuk. Daar is die gekke zuster van afdeling twee weer zeggen ze dan. Leuk toch?”
BOL of BBL, hoe zit het precies?
Studenten aan de opleiding Verzorgende IG en Verpleegkunde MBO kunnen er vanaf het tweede leerjaar voor kiezen om de overstap te maken van de BOL-opleiding naar de BBL-opleiding. Hij of zij komt dan in dienst als leerling op basis van een leer-arbeidsovereenkomst. Mocht je meer willen weten dan kun je contact opnemen met Meander Werk via meanderwerk@mgzl.nl