Families in de zorg: Thérèse & Beau

Kleindochter en oma; 37 en 92 jaar oud… en toch collega’s bij Meander. Hoe bijzonder is dat? Het is het verhaal van Thérèse MertensDassen en haar kleindochter Beau Mertens. In dit artikel vertellen ze over hun werk, over elkaar en hun speciale band.

"Dat wij elkaar collega's mogen noemen is zó bijzonder"

We zochten Thérèse en Beau op in het restaurant van de Hambos, waar Thérèse werkzaam is als vrijwilliger. Twee middagen in de week verzorgt ze de handen van bewoners in de onlangs geopende Wellness. Thérèse: “Ik doe nu al zo’n 55 jaar vrijwilligerswerk. Dat begon ooit in het oude ziekenhuis van Kerkrade waar ik onder andere als gastvrouw mensen ontving en naar de afdelingen bracht.” Toen het ziekenhuis sloot, kreeg Thérèse een telefoontje van de Hambos: “Of ik als vrijwilliger wilde uithelpen bij de activiteitenbegeleiding. Daar hoefde ik geen seconde over na te denken. In de Hambos heb ik veel verschillende dingen gedaan; van voorlezen tot handwerken en handverzorging. Dat laatste is echt mijn ding. Bij handverzorging ben je namelijk een-op-een bezig met een bewoner. Doordat je echt lichamelijk contact maakt, komen er de mooiste gesprekken op gang, waarin bewoners mij een stukje van hun leven, angsten en problemen toevertrouwen. Dat is heel bijzonder.” 

Vrijwilligerswerk vult het leven van Thérèse: “Ik dacht altijd; na 55 jaar is het genoeg geweest, maar ik vind het nog steeds te leuk. Het heeft mijn leven echt rijker gemaakt. Mijn collega’s hier zijn allemaal zo vriendelijk en aardig, en ze vinden het gelukkig nog altijd fijn om me te zien. Ik voel me hier echt thuis.” Beau kijkt glunderend naar haar oma: “Ik ben ontzettend trots op haar. Inmiddels werk ik ook een jaar voor Meander en weet nog toen vorig jaar het besef kwam dat ik voor dezelfde organisatie als mijn oma zou gaan werken. Dat ik haar mijn collega mag noemen is zo uniek!”

Of Thérèse ook weet wat de rol van Beau binnen Meander is? “Ik krijg er niet altijd hoogte van”, bekent ze lachend. “Maar volgens mij helpt Beau iemand die werk zoekt een baan te vinden.” Beau: “U bent op de goede weg, alleen richt ik me als coördinator Social Return op mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dat kan iemand zijn die al een tijdje niet meer heeft gewerkt, lichamelijke of geestelijke problemen heeft, of bijvoorbeeld de taal niet spreekt. Zo iemand heeft extra begeleiding nodig bij het vinden van een baan. Binnen Meander kijk ik samen met mijn collega’s waar deze een kans kan krijgen. Dan wordt er een werkervaringstraject opgezet waarin iemand zich voor een aantal maanden kan oriënteren in bepaalde functies binnen Meander, met begeleiding van een jobcoach. En als dat goed gaat, kijken we of er mogelijkheden voor een betaalde baan binnen de organisatie zijn.” 

Leeftijdsverschil
Beau: “Hoe ik oma zou omschrijven?” Thérèse lacht: “Oh jee, zal ik even weggaan?” Beau: “Oma is een hele lieve en zorgzame vrouw die voor iedereen klaarstaat. Iemand die voor zichzelf 10 keer nadenkt voordat ze een aanschaf doet, maar haar kinderen en (achter) kleinkinderen alles geeft. Toch is het ook een pittige dame, met het hart op de tong.” Thérèse knikt: “Ja, soms zeg ik dingen waarvan jij denkt; zeg dat nou niet.” Beau lacht: “Er zit natuurlijk een heel groot leeftijdsverschil tussen ons. Oma komt uit een generatie met andere normen en waarden dan ik. Thérèse: “Jullie hebben een hele andere levensstijl dan wij vroeger. Toen was het werken, werken en zorgen dat je een huis kon bouwen. Alles draaide om die zekerheid.” Beau: “Toch herken ik mezelf daar ook in; ik heb ook altijd gestudeerd, gewerkt en gezorgd dat ik een huis kon kopen. Dat heb ik echt van thuis uit meegekregen.”

Thérèse kijkt met een trotse blik naar Beau: “Het is een prachtige moeder voor haar twee meiden en een hele lieve schat voor mij. Ik vind het heel knap hoe ze het allemaal doet. Ze weet verdomd goed wat ze wil. Ook als ik soms mijn twijfels ergens over heb, maakt ze het waar. En dat herken ik dan weer in mezelf. Wat we in ons hoofd hebben, dat doen we ook.” Beau lacht: “Soms doet ze ook iets te veel. Oma woont nog op zichzelf en is ontzettend zelfstandig. Dan kom ik langs en staat ze weer zelf de gordijnen af te halen op de trapladder.” Thérèse: “Ik wil anderen gewoon niet tot last zijn. Zolang het zelf lukt, doe ik dat ook. Eens in de twee weken komt een thuishulp een uurtje stofzuigen en komt iemand het gras maaien. De rest; schoonmaken, koken, tuinieren... doe ik allemaal zelf. Dat houdt me lekker bezig.” 

Dat Thérèse en Beau een bijzondere band hebben, is een ding wat zeker is. En daarvoor hoeven ze het niet altijd eens te zijn. Beau: “Als we ergens een ander standpunt over hebben dan is dat soms moeilijk. Ze luistert wel en denkt erover na, maar daar blijft het bij. Dan denk ik; ga toch dat gesprek aan.” Thérèse: “Vroeger deed ik dat wel, dan stond ik als eerste op de barricade, maar nu zoek ik de weg van de minste weerstand. Dan heb ik rust in mijn leven en in mijn hoofd. Dat is misschien ook het verschil in leeftijd. De flexibiliteit die jij hebt, heb ik nu minder.” Beau knikt: Misschien dat een beetje van beide dan wel het beste is.” 

Tenten bouwen
Beau komt regelmatig op bezoek bij haar oma. Vaak met haar dochters, die haar liefkozend ‘omie’ noemen. Beau: “Dat is een vast ritueel; oma maakt elke week verse soep waar we van smullen en na afloop krijgen de kids een koetjesreep.” Voor Beau is het heel bijzonder dat ze nog steeds naar het huis kan komen waar ze als kind ontzettend mooie herinneringen heeft beleefd: “Als ik haar oprit oploop, dan voel ik weer dat vertrouwde gevoel van vroeger. Bij oma en destijds ook opa was het altijd feest. Koekjes bakken, tenten bouwen in de tuin, de bankstellen uit elkaar schuiven, logeerpartijtjes… ik kwam en kom er altijd graag. Wat dat betreft is oma écht de stabiele factor in mijn leven.” Thérèse sluit af: “Wat er ook gebeurt, je kunt altijd bij mij terecht.”  

Waardeert u ons?

Zorgkaart Nederland Horeca Service Meandergroep