Het wordt nooit meer zoals het was. Terwijl de corona-infectie alweer maanden achter hem ligt, ondervindt Peter Keldermann (70) uit Hoensbroek er nog dagelijks de gevolgen van.
Vermoeidheid, duizelingen, verminderd zicht en totale lusteloosheid bepalen zijn dag. Het schilderen, waar hij voorheen zoveel plezier aan beleefde, ligt stil. En met de hond wandelen is niet meer dan schuifelen door de straat. “Ik voel dat het nooit meer wordt zoals het was.”
April 2020. De Hoensbroekenaar was met de fiets bij een vriend in Schinnen op bezoek geweest. Op de weg terug voelde hij zich ineens niet goed. Peter: “Van het ene op het andere moment kon ik niks meer. Ik ben van de fiets gestapt, maar ook lopen lukte me niet. “ Hoe hij thuis is gekomen, weet hij niet meer precies, zoals ook de dagen erna in een roes aan hem voorbij zijn gegaan. Met een hartziekte én diabetes was Peter dubbel risicopatiënt. “Aan corona dacht ik helemaal niet. Ik was heel erg voorzichtig geweest al die tijd.” Toen daags erna zijn thuiszorgmedewerker er was, constateerde zij dat hij koorts had. Peter voelde zich steeds slechter en sloeg wartaal uit. De huisarts werd erbij gehaald en wat volgde was een ziekenhuisopname. Hij hoorde de arts zeggen dat het ‘vrij ernstig ‘was. Het volgende moment kreeg hij de vraag of hij gereanimeerd wilde worden mocht daar sprake van zijn. “Pas toen ik later naar de corona-afdeling werd gebracht en aan de zuurstof kwam, viel bij mij pas het kwartje.”
“Pas toen ik naar de corona-afdeling werd gebracht viel het kwartje“
Wat volgde waren helse weken waarin Peter Keldermann zich doodziek voelde. De weduwnaar mocht geen bezoek ontvangen en het enige contact was telefonisch met zijn zoon. “Ik was te ziek voor bezoek, dus kan niet zeggen dat ik dat heb gemist. Het enige wat me op de been hield was mijn muziek. Als ik ’s nachts weer eens niet kon slapen, zette ik mijn iPad aan.” The Beatles: zijn helden. “Ik herinner me nog dat twee zusters voor de grap gingen dansen.” Hij lacht bij de gedachte. “Niets dan lof over het ziekenhuis, echt waar.” Peter staat op en schenkt zijn glas chocomelk bij. “Dit heb ik in het ziekenhuis leren drinken. Omdat mijn smaakvermogen voor een groot deel weg is, is dit iets wat ik nog kan proeven. Dan kwam de broeder ‘s nachts met dit drankje, vol ijsblokjes. Dat deed me zo goed.
Na weken ziekenhuis kwam Peter thuis. Datzelfde weekend stond een medewerker van het coronateam van Meander Thuiszorg voor hem klaar. “Verpakt als ruimteman” blikt hij terug. “Waar heeft u zelf behoefte aan, werd me gevraagd. Douchen riep ik gelijk! Net als in het ziekenhuis was de zorg ook nu weer geweldig. Elke dag kwamen ze langs om me te verzorgen. En wie er van het team ook kwam, iedereen was even lief en zorgzaam. Je woont dan weliswaar alleen, maar je staat er op dat moment niet alleen voor.”
“Als ik mezelf vergelijk met de persoon vóór corona, is er nog maar een schim van over.”
Inmiddels heeft zijn reguliere thuiszorgteam het weer overgenomen. Met behulp van fysiotherapie werkt Peter aan zijn herstel. “Als ik mezelf vergelijk met de persoon die ik was voor corona, is er nog maar een schim van over”, vertelt hij en richt zijn blik naar buiten. “Ik schilderde graag en deed aan beeldhouwen. Daar heb ik nu geen kracht meer voor, maar ook geen zin. Ik schuifel dagelijks mijn rondje met de hond en dan heb ik mijn energie voor de dag al grotendeels verbruikt. Elke dag verloopt precies hetzelfde. Mijn leven is saai en ja, dat maakt dat je je eenzaam en depressief voelt.”
Het coronavirus heeft hem ook gebracht dat hij weer goed contact heeft met zijn oudste zoon. Zondag komen zijn twee kleinkinderen op bezoek. “Daar kan ik echt naar uitkijken!” En dan hond Pieke, zijn trouwe labradoodle die hem letterlijk en figuurlijk terzijde staat. Onlangs heeft hij het beest zelf geknipt. In drie etappes weliswaar, maar de klus is geklaard. Uit de jukebox in de kamer schalt jaren 70 muziek. “Het zijn allemaal kleine dingen, maar ze houden me op de been.”