Jannie Molag ondersteunt als vrijwilliger bij Ruggesteun mensen in de laatste levensfase. In deze column vertelt ze over de levensreis die haar heeft geleid naar deze bijzondere baan.
“Iets wat voor mij heel zwaar is geweest, heb ik kunnen omzetten naar iets positiefs”
De zorg heeft me eigenlijk altijd getrokken. Als tiener begon dat voor mij al als bejaardenhelpster in een tehuis. Omdat er destijds niet zoveel plekken voor zorgopleidingen beschikbaar waren als nu, ben ik naar iets anders moeten zoeken. Ik heb toen 33 jaar voor Philips gewerkt, een hele andere tak van sport. Ook hier vond ik het belangrijk om voor mensen op te komen, zo ben ik altijd actief geweest in de Ondernemingsraad en de vakbond.
Door een samenloop van omstandigheden werd ik na 33 jaar arbeidsongeschikt verklaard. Ik had inmiddels de diagnose fybromyalgie gekregen, waardoor ik chronisch last heb van een langdurige pijn in mijn spieren. Rond die tijd overleed ook mijn moeder en een half jaar later mijn vriendin; mijn partner. Ik was helemaal op en zag het niet meer zitten. Om uit mijn depressie te komen besloot ik dat het roer om moest. Zo vertrok ik naar de Polder voor een nieuwe start.
Een nieuwe start
In de Polder leef je een ander leven. Er heerst een bepaalde rust die ook een positief effect op mijn eigen gemoedstoestand had. Na een tijdje durfde ik het dan ook weer aan om mezelf nuttig te maken. Mijn zorghart was nooit verdwenen, dus besloot ik om als vrijwilliger aan de slag te gaan op een geriatrische afdeling, waar ik ondersteunde bij de maaltijden, koffie schonk en vooral veel gesprekken voerde met de bewoners. Daar heb ik nu nog hele mooie herinneringen aan.
“De ondersteuning die ik zó heb gemist toen mijn dierbaren ziek werden, kan ik nu wel anderen bieden”
In mijn hoofd dacht ik nog vaak aan de tijd dat ik van mijn moeder en kort daarna ook van mijn vriendin afscheid moest nemen. Omdat mijn broers en zussen niet in allemaal in de buurt woonde, kreeg ik de grootste zorg voor mijn moeder op mijn bord. Destijds werkte ik nog 40 uur per week en zat ik ook met een overspannen vriendin thuis. Ik heb ondersteuning toen zó hard gemist. Voor mij de reden om aan de slag te gaan als vrijwilliger in de laatste levensfase. Omdat ik uit eigen ervaring weet hoe nodig en waardevol die ondersteuning is. In Rotterdam kon ik aan de slag bij de Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ). Eindelijk kreeg ik de kans om de ondersteuning die ik zelf heb gemist, wel aan anderen te kunnen bieden.
Luisteren
Toen ik terugverhuisde naar Parkstad wilde ik dit werk graag voortzetten. Hier kwam ik in aanmerking met Ruggesteun, die ook vrijwilligers voor de palliatieve en terminale zorg zochten. In mijn werk ga ik met de klant naar buiten, doe ik een kopje koffie, ontlast ik de mantelzorger en ben ik vooral veel aan het luisteren. Je hoeft niet altijd goede raad te kunnen geven, luisteren is vaak al genoeg, dan kom je er vanzelf achter wat iemand nodig heeft.
Het geeft me veel voldoening en energie dat ik iemand kan bijstaan in de laatste fase en dat ik er daarbij ook voor de partner kan zijn. Ik weet precies voor welke valkuilen ik ze kan behoeden, omdat ik zelf overal in ben gevallen. Toch mooi dat ik iets wat voor mij heel zwaar is geweest, heb kunnen omzetten in iets positiefs en nu kan gebruiken om anderen te ondersteunen.
Ruggesteun is altijd op zoek naar vrijwilligers die mensen kunnen ondersteunen in de palliatieve of terminale levensfase. Ben of ken jij iemand, die net als Jannie, iets wil betekenen voor deze mensen en hun naasten? Meld je dan aan voor dit bijzondere werk bij Ruggesteun via 045-211 4000 of info@mantelzorgparkstad.nl