Martin van Ek is al 46 jaar vrijwillig organist in de kapel van Firenschat. Samen met zijn team zorgt hij er elke week weer voor dat de Heilige Mis doorgang kan vinden voor de bewoners. In deze column vertelt hij over deze passie en waarom hij het na 46 jaar nog steeds zo graag doet.
De liefde voor muziek zat er al vroeg in bij Martin: “Mijn oma speelde piano en dat wilde ik ook. Op mijn achtste ben ik toen al naar de muziekschool gegaan om na drie jaar piano te kunnen spelen.” Muziek betekent alles voor Martin: “Een leven zonder muziek is ondenkbaar voor mij. Hoe oud of jong je ook bent, muziek doet iets met je, raakt je. Dat is iets heel bijzonders.”
Martin, oorspronkelijk afkomstig uit Arnhem, verhuisde in 1974 naar Heerlen om aan de slag te gaan als ICT’er. Naast zijn werk bleef muziek altijd een grote rol spelen. Martin: “Ik begon toen als vrijwilliger in de protestantse kerk in Kerkrade, die destijds kerkten in de kapel van Firenschat. Al snel werd me toen gevraagd of ik niet ook voor de katholieken wilde spelen in dezelfde kapel, voor de bewoners van Firenschat. Zo is het hier begonnen.”
Martin kijkt met een fijn gevoel terug op toen: “In die tijd waren de kerken nog overvol en speelde ik wel vier missen per weekend. Ook de kapel van Firenschat was populair, niet alleen voor de bewoners, maar ook voor de buurt. Eigenlijk is dat altijd zo wel gebleven, totdat corona toesloeg. Sindsdien bestaat ons publiek vooral uit de bewoners van Firenschat, maar dat zijn er ook meer dan genoeg.”
“Zolang ik nog kan lopen en mijn vingers kan bewegen, blijf ik dit doen”
Martin benadrukt dat hij er niet alleen voor staat, maar dat een heel team bijdraagt aan de activiteiten in de kapel: “Ons team bestaat uit twee ‘kosters’, Kety en Wiel, die zorgen voor het klaarzetten van het altaar, de benodigdheden voor de mis en helpen de bewoners met hun rollators. Gertie is de lector en mijn vriendin Lily's prachtige sopraanstem brengt nog wat extra leven in de vieringen. En dan hebben we uiteraard nog pastoor Sweer en diaken Cuvelier, die de Mis leiden. Met zijn allen zorgen we elke week weer voor een mooie Mis. En dat doen we allemaal vrijwillig en met liefde.”
Spelen voor mensen die een bepaalde leeftijd hebben bereikt is erg bijzonder. Martin: “Ik houd van oude mensen. Zij zitten in hun laatste levensfase en dan merk je dat kerk en geloof weer heel belangrijk voor hun is. Ik kan hen nog wat geven; muziek. Dan komen de herinneringen omhoog en zingen ze, vaak luidkeels, mee. Dan sta je echt te kijken hoe goed er nog gezongen word. We spelen vooral de liedjes van vroeger en vooral bij het ‘Ave Maria’, gezongen door Lily, komen soms echt de emoties naar boven. Dat doet mij natuurlijk ook veel, om te zien hoe de Mis elke week weer wordt gewaardeerd.”
In de glorietijden van de kapel luisterde Martin ook de uitvaarten van bewoners op en bad hij de Rozenkrans in de meimaand en de kruisweg in de Goede Week. Een ander hoogtepunt was het ouderenkoor dat Martin vijf jaar lang mocht dirigeren. Martin: “Dat was een koor bestaande uit ouderen die nog een beetje van stem waren. Een heel bijzondere tijd, nu zo’n 20 jaar geleden denk ik. Je zag de koorleden dan echt opbloeiden. Waar ze voorheen dachten niets meer te kunnen, stonden ze even later zelfs vierstemmig met elkaar te zingen.” Het lijkt Martin ontzettend leuk en waardevol om een soortgelijk iets nu ook weer op te zetten. Martin: “Maar dan laagdrempeliger. Gewoon een zanggroepje opzetten met bewoners die het leuk vinden om te zingen met elkaar. Hoe leuk is dat?”
Of Martin na 46 jaar er al aan denkt om te stoppen als vrijwilliger? “Nee, daar vind ik het véél te leuk voor en ik zie het ook als een plicht om dienstbaar te zijn aan de Kerk. Zolang ik nog kan lopen en mijn vingers kan bewegen, zal ik deze bijdrage blijven leveren aan de elke zaterdag weer goed bezette kapel van Firenschat, een van de weinige nog bestaande kapellen van soortgelijke aard.”